Onder de schatten die het Stadsarchief Amsterdam (SAA) herbergt, bevindt zich een collectie archieven betreffende de familie Van Eeghen en de firma Van Eeghen & Co. Het is een flinke verzameling: ruim honderd strekkende meter van de firma en zo’n tachtig meter van verschillende familieleden. De archieven zijn van groot belang voor onze kennis van de Amsterdamse geschiedenis, want familie en firma bekleedden sinds het einde van de achttiende eeuw een centrale plaats in samenleving en economie.
Van Eeghen & Co. bestaat nog steeds en is nog steeds een familiefirma; onlangs nam de vijftiende generatie de leiding over. Begonnen als een stoffenzaak in 1662, ontwikkelde het bedrijf zich tot een spil van de Amsterdamse beurs tegen het einde van de achttiende eeuw en bleef dat tot omstreeks 1920, toen de grootbanken meer en meer de dienst uitmaakten. Parallel daaraan klom de familie op tot de bovenlaag van de Amsterdamse samenleving en onderscheidde zich daar door het bekleden van openbare functies en de betrokkenheid bij belangrijke burgerinitiatieven als het Vondelpark.
Helaas is het archiefmateriaal niet geïnventariseerd. Een soort plaatsingslijst die met het kantoorarchief meekwam, biedt een overzicht van verschillende categorieën bestanden waaruit dat bestond, meer is er niet. Deze situatie was het SAA en belangstellende onderzoekers al jaren een doorn in het oog. Middelen om dit substantiële probleem grondig aan te pakken, ontbraken echter. Agathe Fris, hoofd Ontsluiting van het SAA, en ik ontwikkelden daarom een plan om de Van Eeghen archieven te gaan ontsluiten. Het Stadsarchief zette mensen aan het werk met de persoonsarchieven, ik ging met masterstudenten van de Universiteit van Amsterdam het bedrijfsarchief te lijf.
Het groepje van zes studenten dat aan het college deelnam, kreeg een tweeledige taak. Na een inleiding op het SAA over archiefzorg en ordeningsprincipes begonnen ze met het ordenen van grote series archiefstukken als de correspondentie, om op die manier de firma wat te leren kennen. Vervolgens mochten ze naast het ordenen zelf een onderzoek uitvoeren dat moest uitmonden in een posterpresentatie over het gekozen onderwerp.
Die posters onderstrepen nog eens de rijkdom van het bedrijfsarchief. Drie studenten raakten gefascineerd door de eigen scheepvaart die Van Eeghen & Co. vanaf de jaren 1840 weer ter hand nam. De firma hield tot in de jaren 1880 een zestal eigen schepen in de vaart waarvan de documenten vrij compleet bewaard zijn gebleven. João Vitalis (poster no. 1) analyseerde een aantal scheepsreizen aan de hand van de brieven die de kapiteins onderweg aan Van Eeghen & Co. schreven. Kim Rijsdijk maakte een poster over wel en wee van één bepaald schip van de firma, de bark Capella (poster no. 2). Tamara Becker dook grondig in een ander rederijarchief, dat van de bark Bellatrix (poster no. 3), omdat ze wilde weten waarom de scheepvaart slechts marginaal rendeerde. Van Eeghen & Co. hield de schepen aan om over een vaste vervoersmogelijkheid te beschikken voor de goederenhandel op Azië die het bedrijf tegelijk met de rederijactiviteiten begon, een riskant nieuw beleid waarmee de firma ver vooruitliep op de geleidelijke liberalisering van de economie van Nederlands-Indië. Mirella Middelkoop onderzocht het veranderende patroon van Van Eeghen & Co.’s goederenhandel tussen 1835 en 1860 (poster no. 4), waardoor zowel goederenpakket als voornaamste handelsgebied een totaal ander aanzien kregen. De band tussen de firma en Java kwam ook tot uiting in heel andere activiteiten. Hieke van der Voort laat zien (b) hoe Van Eeghen & Co. zich inspande om geld in te zamelen om de nood na een watersnood in 1861 te helpen lenigen. Maarten Kos richtte zich als enige op de twintigste eeuw en analyseerde hoe de firma tijdens de crisis van de jaren dertig ondanks forse verliezen toch overeind bleef (poster no. 6). De goederenhandel nam toen sterk af, zodat Van Eeghen & Co. het vooral van de effectenzaken en geldmarktleningen moest hebben.
Naast deze zes studenten liep Arxen Alders, student aan de VU, drie maanden stage bij het inventarisatieproject. Arxen concentreerde zich vooral op de omvangrijke boekhouding van het bedrijf en het lukte hem die vrijwel helemaal in te voeren. Daarmee komt de afronding van het project geleidelijk in het zicht, al zal daarmee nog wel geruime tijd gemoeid zijn.
Joost Jonker